Paragraaf 5 Leerpunten bij hoofdstuk 6

1. De mens is een sociaal wezen.

2. Relaties zijn de verhoudingen die je hebt met andere mensen.

3. Bij vriendschap:
• mag je elkaar graag (genegenheid)
• komt het van twee kanten (wederkerigheid)
• gun je elkaar iets (welwillendheid)
• help je elkaar (hulpvaardigheid)

4. Soorten vriendschap:
• met één vriend(in) of met meerdere vriend(inn)en
• met een jongen of met een meisje
• kortstondig of langdurig
• ‘dik’ of ‘los’

5. Voor vriendschap moet je iets doen.

6. Foute vrienden:
• de profiteur
• de roddelaar
• de crimineel
• de na-aper

7. Kenmerken verliefdheid:
• gek op één persoon
• speciaal gevoel
• spannend!
• alleen de goede dingen zien van iemand (‘liefde maakt blind’)
• tijdelijk

8. Houden van: je kiest voor elkaar.