Paragraaf 6 Leerpunten bij hoofdstuk 5

1. Ieder mens heeft een eigen identiteit.

2. Een karakter is een combinatie van innerlijke eigenschappen.

3. Ieder mens heeft een eigen karakter en een eigen levensbeschouwing.

4. Samen noemen we dat de binnenkant van de mens.

5. De buitenkant van de mens bestaat uit zijn lichaamshouding, kleding en symbolen.

6. De mens leeft niet alleen op de wereld: hij leeft samen met anderen, in groepen.

7. Groepen kunnen niet zonder regels.

8. Waarden zijn standpunten over wat belangrijk is.

9. Normen zijn de gedragsregels die bij waarden horen.

10. Stereotypen zijn beelden die je van iemand anders hebt en die vaak niet kloppen.

11. Stereotypen maken groepen mensen, tot een bepaald type mens.

12. Vooroordelen zijn ideeën die je over iemand anders hebt, zonder dat je die ander kent.

13. Vooroordelen komen voort uit stereotypen.

14. Vooroordelen worden vaak aangepraat door de omgeving.

15. Vooroordelen kunnen tot discriminatie (een houding) leiden.

16. Een mens heeft een lichaam, een geest en volgens sommigen ook een ziel.

17. We kunnen verschillend over de mens denken: er zijn dus verschillende mensbeelden.