Paragraaf 7 Oefentoets bij hoofdstuk 5

Open vragen

1. Ieder mens heeft een karakter. Krijgt de mens dat karakter mee in zijn opvoeding?

2. Wat is een levensbeschouwing?

3. Wat bedoelen we met de buitenkant van een mens?

4. Een levensbeschouwing kun je op verschillende manieren uiten. Zo kun je ook door je lichaamshouding laten zien wie je bent. Stel je voor: iemand gaat naar een gebedshuis, knielt daar en gaat bidden. Welke levensvisie zou die persoon kunnen hebben?

5. Een meisje draagt een hanger met liefdesteken en de naam van haar vriend. Wat zegt dat over dat meisje?

6. Wat zijn waarden?

7. Bedenk normen bij de volgende waarden:

Waarde
Norm
Vrijheid 
Trouw 

8. Vooroordelen en stereotypen hangen met elkaar samen. Je kunt zelfs zeggen: vooroordelen komen voort uit stereotypen. Geef een omschrijving van het woord ‘stereotypen’?


(paragraaf 5 verdiepingsstof)
9. Mensen hebben een vrije wil. Leg dit uit.


Multiple-choice vragen: goed en fout.
Geef aan of de volgende uitspraken goed of fout zijn. Let op: alleen ‘goed’ of ‘fout’ noteren!

1. Een karakter is een levensvisie.
2. Mensen zonder karakter: die bestaan niet.
3. Een ondernemend iemand neemt geen initiatief.
4. Een levensbeschouwing: die wordt mede bepaald door je opvoeding.
5. Een levensbeschouwing geeft antwoord op een vraag als: wie is de mens?
6. Door je gedrag kun je laten zien wie je bent.
7. Regels voor het gedrag noemen we normen.
8. Een voorbeeld van een waarde: in de klas dragen we geen jassen.
9. Stereotypen: een groep als één geheel zien en dit toepassen op elk afzonderlijk lid van die groep.
10. Vooroordelen en discriminatie hebben niets met elkaar te maken.


(paragraaf 5 Verdiepingsstof)

11. Een dier is zich van zijn directe omgeving bewust en reageert daarop.
12. De mens heeft een zelf-bewustzijn.

 

"

Antwoorden

Antwoorden op de open vragen

1
. Een belangrijk deel van jouw karakter krijg je mee bij je geboorte. ‘Het zit in je genen’. Je omgeving (bijvoorbeeld je ouders of je vrienden) heeft ook beperkte invloed op jouw karakter. Opvoeding en onderwijs kunnen een beetje bijsturen.

2. Een levensbeschouwing is een kijk op het leven, waarin voorlopige antwoorden worden gegeven op levensvragen.

3. Bij de buitenkant van mensen kun je denken aan: je lichaamshouding, je kleding en het dragen van bepaalde symbolen. Via die buitenkant wordt ook duidelijk wie je bent en hoe je je voelt.

4. Moslim, christen of hindoe.

5. Voor haar is haar vriend heel belangrijk. Ze houdt heel veel van hem.

6. Waarden zijn standpunten over wat (echt) belangrijk is in het leven.

7.

Waarde Norm
Vrijheid Zelf bepalen met wie je gaat trouwen.
Trouw Niet vreemd gaan.

8. Wij zien andere groepen (bijvoorbeeld Italianen) als één geheel