Paragraaf 6 Leerpunten bij hoofdstuk 5
1 De islam is een van de vijf wereldgodsdiensten. Het is de tweede godsdienst in Nederland.
2 De geschiedenis van de islam kent verschillende periodes. Sinds 1924 (Atatürk in Turkije) zijn er geen kaliefen meer.
3 Voor een moslim is Allah belangrijk en ook de vijf zuilen.
Deze vijf zuilen (geloofspunten) zijn:
a. de geloofsbelijdenis;
b. het gebed;
c. de armenbelasting;
d. de vastentijd;
e. de bedevaart.
4 De mens moet weten dat Allah hem geschapen heeft. Allah leert hoe de mens moet leven. De mens mag erop vertrouwen dat Allah rechtvaardig is.
5 Voor moslims is rechtvaardigheid heel belangrijk. Man en vrouw zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Ze hebben verschillende taken.
6 Inspirerende personen in de islam zijn: Mohammed en de imams.
7 Belangrijke geschriften zijn de Koran en de hadieth (soenna).
8 Belangrijke rituelen zijn: het slachten van een dier, het wassen voor het gebed, de besnijdenis en de Ramadan.
9 Twee belangrijke feesten zijn het offerfeest en het suikerfeest.
10 Moslims in Nederland hebben verschillende organisaties.