Paragraaf 7 Oefentoets bij hoofdstuk 5

Open vragen


1.
Hoeveel moslims wonen er in Nederland?

2. Noem een land waar de sji’ieten de meerderheid van de bevolking vormen.

3. Wat is hidjra?

4. Wanneer leefde Mohammed?

5. Wat is een kalief?

6. Wie is (zo rond 1923, 1924) de grondlegger van het moderne Turkije?

7. Wanneer spreekt een moslim de geloofsbelijdenis (de Sjahada) uit?

8. Hoe lang duurt de Ramadan?

9. Waarom horen moslima’s de typisch vrouwelijke lichaamsdelen zo veel mogelijk te verbergen?

10. a. Wat is een profeet?
b. Geef een voorbeeld van een profeet.

11. Waarom mag je Mohammed niet ‘God’ of ‘Allah’ noemen?

12. Wat is de hadieth?

13. Wat betekent NMO?

 

Antwoorden

Antwoorden op de open vragen


1.
Bijna één miljoen.

2. Iran.

3. Mohammeds vertrek van Mekka naar Medina heet de ‘hidjra’.

4. Mohammed is geboren in 570 en overleden in 632.

5. Het Arabische woord voor opvolger (of plaatsvervanger) van Mohammed.

6. Atatürk.

7. Bij het dagelijkse gebed maar ook als er een kind geboren wordt of als er iemand dood gaat.

8. Eén maand.

9. De islam gaat er van uit dat mannen zwak zijn. Ze laten zich gemakkelijk afleiden door de schoonheid van een vrouw. Daarom vinden vrouwen het beter om er niet te verleidelijk uit te zien.

10. a. Een boodschapper van Allah.
b. Mohammed.

11. Mohammed is de stichter, de grote profeet van de islam. Maar hij is geen God.

12. In de hadieth staan de verhalen over Mohammed.

13. NMO: de Nederlandse Moslim Omroep.