Paragraaf 7 Oefentoets bij hoofdstuk 3

Open vragen

1. Wat betekent het woord ‘natuur’ in de zin: ‘Van nature is hij nogal driftig.’

2. Wat betekent het woord ‘milieu’ in de zin: ‘Zij komt uit een katholiek milieu.’

3. Geef drie voorbeelden van misbruik van het milieu.

4. Een van de oorzaken van de opwarming van de aarde is de uitstoot van broeikasgassen. Noem drie zaken die broeikasgassen uitstoten.

5. Noem een viertal levensvragen bij natuur en milieu.

6. Wat staat er in de wet over dierproeven?

7. Hoeveel dieren worden er in Nederland ongeveer gebruikt voor dierproeven?

8. Mensen die voorstander zijn van dierproeven hebben een aantal redenen voor hun standpunt. Hierna staan drie mogelijke redenen. Kies twee redenen uit die bij een voorstander passen.
a. Dieren lijden pijn bij dierproeven. We moeten respect hebben voor dieren en ze geen pijn doen.
b. De gezondheid van mensen staat voorop. Nog steeds zijn er veel ziekten waar we geen goede medicijnen voor hebben. Dierproeven kunnen er aan bijdragen dat die medicijnen er wel komen.
c. De veiligheid van mensen is belangrijk. Door middel van dierproeven kun je bepalen of een bepaalde stof giftig is. Ook kan ontdekt worden hoeveel van een bepaalde stof een mens mag binnenkrijgen en of een medicijn niet te sterk is.

9. Veel dierenbeschermers zijn tegen dierproeven. Ze hebben verschillende redenen voor hun standpunt. Hierna staan drie redenen. Kies één reden die past bij een dierenbeschermer.
a. Preventie van ziekten is beter dan het ontwikkelen van medicijnen: in het voorkómen van ziektes zou de overheid meer geld moeten steken.
b. Proefdieren worden gebruikt binnen het beroepsonderwijs en op de universiteit. We kunnen daardoor leren hoe dieren er van binnen uitzien. Ook kunnen we met proefdieren leren hoe je iemand moet opereren of hoe je wonden hecht en daar kun je beter dieren voor gebruiken dan mensen.
c. De gezondheid van mensen staat voorop. Nog steeds zijn er veel ziekten waar we geen goede medicijnen voor hebben. Dierproeven kunnen er aan bijdragen dat die medicijnen er wel komen.

10. Een christen ziet de natuur als een tijdelijk geschenk van God. Wat wordt daar mee bedoeld?


Antwoorden

Antwoorden op de open vragen

1. Zijn karakter (zijn aard) is dat hij nogal driftig is.

2. Zij is opgegroeid in een katholieke omgeving. Waarschijnlijk waren haar ouders katholiek en ook haar familie en misschien ook wel de directe omgeving (buurt, dorp, vrienden, etc.).

3. - Geluidsoverlast op straat door harde muziek.
- Versnippering van het landschap.
- Afval achterlaten op straat of op een plein.

4. Fabrieken, het vliegverkeer en het autoverkeer.

5. - Hoe is de natuur ontstaan?
- Maak ik zelf deel uit van de natuur?
- Is de natuur belangrijker dan de mens, of omgekeerd?
- Hoe moeten we de natuur en het milieu nalaten aan volgende generaties?
- Zijn wij in het rijke Westen ook verantwoordelijk voor de natuur en het milieu in de derde wereld?
- Is het milieu even belangrijk als het hebben van werk?
- Wat is het belangrijkste: milieu of welvaart?
- Jagen, is dat een goede zaak?
- Horen wilde dieren wel in een circus?
- Wat doe je als het bedrijf waar je stage loopt, gif loost in een rivier?
- Zeehondenjacht voor de handel in bont: mag dat?

6. Sinds 1977 is er de Wet op de Dierproeven. Daarin staan deze regels:
- voor het gebruik van proefdieren heb je een vergunning nodig;
- alleen deskundigen mogen dierproeven doen;
- dieren uit het wild mogen niet gebruikt worden.
Vanaf 1995 mogen er geen dierproeven worden gedaan als er andere mogelijkheden zijn.
Proeven met dieren die in huiselijke kring zijn opgegroeid, mogen sinds 1997 niet meer, maar een proef met een hond of een kat die is opgegroeid in een laboratorium mag wel. Vanaf 2003 mogen er geen proeven meer op mensapen worden gedaan.

7. Ongeveer 600.000.

8. b en c.

9. a.

10. De natuur is een geschenk dat God aan de mens heeft gegeven. Het is een mooi, maar ook gevaarlijk geschenk. Ziektes horen immers ook bij de natuur. Geschenken mag je meestal houden, maar dit geschenk (de natuur) niet. We mogen gebruik maken van de natuur, er mooie dingen mee doen om het onszelf naar de zin te maken, maar God blijft altijd de eigenaar. We mogen de natuur daarom niet kapot maken, niet vervuilen en vergiftigen. Ook mogen we dieren geen pijn doen, want dieren maken deel uit van de natuur.